Kleuters 2. pictogrammen

In kleuterklassen worden veel tekens gebruikt om dagverloop, of het soort activiteit aan te duiden. Het visuele signaal ondersteunt de gewoontevorming en het vermogen van het kind om signalen te kunnen lezen. De voorbeelden zijn divers: het aansteken van de kaars als teken dat het verhaal wordt verteld, het gebruik van een kralenketting door de kinderen als zij naar het toilet moeten, een tekening of een pictogram met bijvoorbeeld een afwasteiltje om aan te geven wat de vaste plaats van het gebruiksmateriaal is. Marieke is in het rode huis aan het opruimen. Als observant kom ik kijken en vraag waar het stoffer en blik hoort. Zij plagerig: "Kan jij niet lezen dan?" Er blijkt een tekening van een stoffer en blik te hangen. Even later lopen we over de gang. In de kleutergang hangen twee prachtige tekeningen, duidelijk van oudste kleuters, waarop een sliert kinderen elkaar bij de hand houdt. Ik sta even stil om te kijken. Jikke staat naast me haar jas aan te trekken. "Mooi hè, heeft Sicco gemaakt." Ik beaam en wacht en ja hoor: "Weet je waarom?" Ik zeg dat ik denk dat dat is omdat ze elkaar bij de hand moeten houden op de gang. "Nee hoor, dat is omdat wij hier op school altijd aardig doen tegen elkaar en niet mogen duwen en schoppen." Nu valt me plotseling in dat ik bij de jongste groepen heb gezien dat er op de gang een school-regel hing:
"Wij houden in ons spreken en doen rekening met elkaar." Dit is dus de kleutervorm-geving van de schoolregel. Nieuwsgierig loop ik naar de eerste klas. En inderdaad, ook daar een tekening en dit keer daaronder in hoofdletters de tekst.

(In schema: Kleuters 2. pictogrammen; oriëntatie ad 1 en 2: verkennen functie schrijftaal)